5.3 Bijlagen

Door de de uitbraak van het coronavirus (Covid-19) is voor veel zorgaanbieders een crisissituatie ontstaan. Zorgaanbieders hebben zich ingespannen om de zorg te continueren, waarbij de negatieve financiële gevolgen worden gecompenseerd door de zorgfinanciers. Reguliere registratie-, declaratie- en verantwoordingsprocessen konden daarbij niet altijd worden toegepast en gehandhaafd. Gedurende het jaar hebben zorgaanbieders en zorgfinanciers daarom de dialoog gevoerd over de impact van de coronacrisis en de hoogte van de compensatie. Deze bijlage bij de jaarrekening 2021 voorziet in de behoefte van zorgaanbieders en zorgfinanciers om domeinoverstijgend inzichtelijk te maken en te bevestigen dat de corona-schade en corona-compensatie evenwichtig zijn.

Ook in het jaar 2021 heeft Cosis te maken gehad met het coronavirus. Ondanks dat het inmiddels het tweede jaar is waarin wij geconfronteerd zijn met dit virus, was de impact groot. COVID-19 had zowel zorginhoudelijk als financieel een grote impact. Voorbeelden van getroffen maatregelen zijn het meer flexibel inzetten van personeel over de verschillende locaties om uitval op te vangen, de inhuur van extern personeel, het inrichten van een COVID-19-locatie voor getroffen cliënten, het gebruiken beschermingsmaatregelen voor zowel cliënten als personeel en het overgaan voor extramurale zorglevering naar videoconsults.                                              
Voor geheel 2021 was sprake van een beleidsregel Wlz waarin financiële compensatie voor zowel omzetderving als meerkosten als gevolg van COVID-19 geregeld was. Afgelopen jaar beschikten gemeenten niet meer over extra middelen om zorginstellingen extra te kunnen ondersteunen bij wegvallende omzet door COVID-19 en heeft Cosis zelf de financiële impact van COVID-19 in het sociaal domein moeten opvangen.  
Het einde van de pandemie lijkt in zicht. Toch zal COVID-19 ook in 2022 een grote impact hebben op Cosis. Cliëntaantallen zullen achterblijven en begin 2022 zijn er nog relatief veel besmettingen onder cliënten en medewerkers. De verwachting is dat ook in 2022 de nodige creativiteit en inventiviteit vergt om de zorg te continueren en kosten en opbrengsten met elkaar in evenwicht te houden.

Ontwikkeling gerapporteerde resultaatratio

Een opstelling van een genormaliseerd resultaat 2021 is, als gevolg van Covid-19, erg lastig omdat de gehele exploitatie, zowel opbrengsten als kosten anders zijn geweest dan in een normaal jaar. De belangrijkste verklaringen voor de toename van het resultaat in de jaarrekening 2021 en 2020 ten opzichte van 2019 en afwijking van de realisatie met de begroting van 2021 zijn als volgt:
- Lagere projectmatige kosten / opleidingskosten personeel / kosten onderhoud, zowel in 2020 en 2021, zie je een daling van circa € 2,5 miljoen ten opzichte van 2019. Dit terwijl deze kosten zowel in 2020 en 2021 zijn opgenomen in de begroting, maar niet zijn gerealiseerd.
- Door Covid-19 meer uitval van personeel, hierdoor wordt meer extern personeel ingehuurd. Hierdoor stijgen de kosten van het Personeel niet in loondienst met € 7,6 miljoen t.o.v. de begroting en € 4,1 miljoen in de realisatie 2021 t.o.v. 2020.
- Wel werden in de 2021 al meer activiteiten uitgevoerd dan in 2020 waardoor je in de cliëntmatige kosten op sommige posten zoals bv. behandelkosten cliënten 1e lijn ruim € 0,6 miljoen meer uitgaven ziet dan in 2020.

Algemeen kan gezegd worden dat het achterblijven van kosten in 2021 identiek is aan 2020, de coronacompensatie zorgt ervoor dat binnen de Wlz een demping ontstaat van hogere kosten. Het is de verwachting dat de projectmatige kosten uitgestelde uitgaven zijn en het inlenen van extern personeel nog een tijd aanhoud, maar wel tijdelijk zal zijn.

Deze bijlage "Corona-compensatie 2021" bij de jaarrekening 2021 is naar waarheid, volledig en in overeenstemming met de administratie van de organisatie opgesteld. De organisatie heeft zich, naar beste weten van het bestuur, niet bevoordeeld door een te hoge compensatie van corona-schade.